Er is heden heel wat commotie en discussie rond het nieuwe systeem van terugbetalingen en de beschermde beroepstitels waar sommige zorgberoepen lang en erg hard voor gevochten hebben.
In de ogen van zij die hard schreeuwen lijkt nu alles om zeep geholpen te worden door enkele nieuwe, maar ingrijpende regels van bovenaf. Begrijpelijk.
Gelijktijdig en gerelateerd lezen we ook dat de essentie binnen de geestelijke gezondheidszorg steeds ligt op het streven naar een gedifferentieerd zorgaanbod. Een zorgaanbod gebaseerd op noden van cliënten, vertrekkende vanuit hun leef-, leer- en werkomgeving.
De praktijk is echter tegenstrijdig, want we merken dat het aanbod binnen de GGZ (in België) in schril contrast staat met de huidige leef-, leer- en werkomgeving van de cliënt.
Want geloof het of niet, als het van menig (klinisch) psycholoog zou afhangen, dan zou een cliënt maar via 1 weg geschikte hulp mogen kunnen vinden. Bijkomend is een grote groep zelfs van oordeel dat mensen met mentale issues en struggles enkel geholpen zouden mogen kunnen worden door middel van 1-op-1 gesprekken of groepssessies, en dat énkel en alleen door zorgprofessionals met erkende en beschermde beroepstitels. Dit gezegd zijnde zonder iedere zorgprofessional met een beschermde beroepstitel over dezelfde kam te willen scheren uiteraard.
Maar als de essentie van de GGZ ligt in een gedifferentieerd zorgaanbod gebaseerd op de noden van cliënten, vertrekkende vanuit hun leef-, leer- en werkomgeving, wat wordt daar dan onder verstaan?
Want in alle eerlijkheid: voor toeschouwers van al deze onderlinge discussies lijkt het wel alsof hulpverleners met beschermde titels nooit zo ver weg stonden van de cliënt als nu.
Dat gedifferentieerd aanbod anno 2021 ziet er in alle andere sectoren wel wat anders uit.
Een voorbeeld: Je kan naar de winkel gaan om een product te kopen en/of een specialist te spreken, maar je kan ook online een product kopen en/of een specialist spreken rond bepaalde onderwerpen. Je kan je dienst of product nu onmiddellijk bij je thuis laten leveren of je kan 2 dagen wachten. Ontelbare mogelijkheden, en de klant (lees: ook wel de mens en ook wel de cliënt) is verwend.
Criticasters zitten nu op het puntje van hun stoel met hun toetsenbord in de aanslag, klaar om kritiek te leveren over het feit dat de vergelijking wordt gemaakt met commerciële sectoren, want dat is ‘totaal niet gepast’.
Een andere vergelijking dus, op basis van gedragingen: In de technische analyses en statistieken van alle websites zien we dat meer dan 50% van de gebruikers mobiel surft, via de smartphone dus. Het is ondenkbaar dat een website anno 2021 niet aangepast is op mobiele gebruikers.
Wat ik duidelijk wil maken is dat heden iedereen (de mens/de klant/de cliënt) dermate verwend is op vlak van ‘een gedifferentieerd aanbod, gebaseerd op zijn noden, vertrekkende vanuit zijn leef-, leer- en werkomgeving’ dat we de vergelijking met de commerciële sector dus wel durven maken en zelfs niet uit de weg kunnen gaan. We zouden het wel uit de weg kunnen gaan, maar dat zou dan weer kortzichtig zijn in de ogen van de ruimdenkende, verwende mens/klant/cliënt. De 2 werelden liggen immers vlak naast mekaar, in de ogen van de gemiddelde cliënt.
Dat onder andere het online aanbod in de GGZ zeer beperkt is heeft zodus zijn redenen.
De cliënt die dringend hulp nodig heeft, de cliënt die beperkte middelen heeft of de cliënt waarvoor de drempel te hoog ligt valt in België cru gezegd al uit de boot. Als het uurtje-factuurtje verdienmodel de meest geschikte werkwijze was dan hadden we nu geen probleem.
Dan is er nog die andere groep die wel heel graag zijn werkwijze wat wil aanpassen om zo de noden van die overige 50% gerichter te kunnen beantwoorden. Die cliënten sneller verder wil helpen, wachtlijsten wil inkorten, de eigen gezondheid weer evenredig wil opstellen, wil denken in oplossingen en mogelijkheden en die de daarbij horende veranderingen ook effectief durft te omarmen, te implementeren. Er zijn heus wel veel mogelijkheden om zorg toegankelijker en betaalbaarder te maken zonder discussies over terugbetalingen te moeten voeren en je eigen gezondheid achteruit te schuiven.
Voornamelijk de jonge garde vindt stilaan de weg naar een gedifferentieerde aanpak en/of manier van werken die vertrekt vanuit de actuele leef-, leer- en werkomgeving van de cliënt. En diezelfde jonge garde maakt zich ook opvallend minder zorgen over titels en overheidssystemen.
Voor ik het vergeet heb je nog groepen die onder de oppervlakte regelmatig – al dan niet subtiel – afgeschoten worden: psychotherapeuten en gediplomeerde coaches. Deze hebben vaak even lang of langer gestudeerd, maar vinden een beschermde beroepstitel niet persé noodzakelijk om aan goede hulpverlening te doen. Beeld je eens in dat deze groep zou verdwijnen. Dan zit je pas écht met een probleem. Enerzijds klaagt men steen en been over lange wachtlijsten. Anderzijds hebben cliënten ook hierin keuze vrijheid nodig. Er zijn overigens heel veel cliënten die zich niet begrepen voelden bij de (klinisch) psycholoog.
Hebben die cliënten dan niet hard genoeg gezocht als zij bij 5 verschillende titeldragers hulp zochten, maar na enkele maanden soms jaren merkten dat het hen persoonlijk tot op heden niet verder bracht? Wij horen regelmatig cliënten die dit soort ervaringen achter de rug hebben. Sterker nog, we horen vaak cliënten die hun behandeling beëindigden na deze ervaring, naar een gediplomeerd coach gingen en zich plots wél geholpen voelden in hun specifieke situatie. En dat vele malen sneller. De relatie tussen therapeut of coach en cliënt blijft cruciaal en alle hulpverleners hebben steeds dezelfde intentie, hetzelfde doel: de cliënt helpen.
De mens in de straat kent nauwelijks het verschil tussen een psychiater, psycholoog, klinisch psycholoog, psychologisch consulent, therapeut, psychotherapeut of coach. De gemiddelde cliënt ligt echt niet wakker van een titel of diploma. Het enige dat de mens met issues en struggles diep vanbinnen wenst is een persoon die hem naar een uitweg gidst, op een manier die de cliënt als aangenaam, troostend, begrijpend en helpend ervaart.
Zolang het aanbod beperkt wordt tot de vrijheid in keuze tussen verschillende therapievormen, locaties of titeldragende hulpverleners, kan er in de opinie van de mens in de straat geen sprake zijn van een gedifferentieerd zorgaanbod gebaseerd op de noden van cliënten, vertrekkende vanuit hun leef-, leef- en werkomgeving.
Wil je de cliënt écht terug centraal stellen?
Dan is mijn enige boodschap: Kijk eens door de bril van de man of vrouw in de straat met actuele behoeften en speel daar verantwoord op in. Steek niet enkel je nek uit voor die 50% die fysiek naar je praktijk komt. Durf als uitoefenaar van een beschermde beroepstitel de gedifferentieerde noden van cliënten in te vullen vertrekkende vanuit de cliënt zijn actuele leef-, leer- en werkomgeving. Of dat nu offline, online, automatisch, deels automatisch mag zijn of een combinatie. Wat de actuele noden, wensen en behoeftes van iedere cliënt ook mogen zijn.